Het wordt er niet gezelliger op om politiek actief te zijn, merkte ik afgelopen week weer. Wat is er toch aan de hand in Veldhoven dat sommigen menen dat àlle middelen geoorloofd zijn om anderen hun eigen gelijk op te dringen? Het is niet de eerste keer dat ik het merk en het zal ook niet de laatste keer zijn, maar daar waar in de raad het dienen van het algemeen belang centraal zou moeten staan, raakt dat nu soms ondergesneeuwd door de actievoerders die de agenda van de raad aan het bepalen zijn. Terwijl raadsleden eigenlijk zonder last of ruggenspraak hun mening moeten kunnen geven.
De kloof tussen politiek en de inwoners wordt het genoemd. ‘Ze’ luisteren toch niet en ‘ze’ doen alleen wat ze zelf willen. En wat ze willen? Dat is op het pluche zitten. Als mensen over ‘ze’ praten, praten ze over mij. Als wethouder voor GBV, onderdeel van het college en de coalitie, ben ik in de ogen van deze mensen ‘ze’. En ‘ze’ roept tegenwoordig de nodige (verbale) agressie op. Een inspreker eerder deze week gaf een analyse ten beste van hoe de relaties binnen de coalitie zijn volgens hem, niet gehinderd door enige kennis ervan. Een ander stuurde een mail -per ongeluk aan het verkeerde adres- waarin hij met vier oppositiepartijen besprak hoe de coalitie “gebroken” kan worden. Misschien toch even: we hebben het dan over het ‘breken’ van een democratisch gekozen raadsmeerderheid…
Ik heb vaker voor een kokende zaal gestaan met boze mensen. Boos omdat ze statushouders in hun buurt gehuisvest kregen; iemand dreigde de zaak in de fik te steken. Boos omdat er een beschermd wonen initiatief voor kwetsbare jongeren in hun straat kwam; dat waren allemaal drugdealers en criminelen. Er vallen me in die situatie altijd twee dingen op: de enorme agressie die op je af komt, ook van mensen die in het dagelijks leven een keurige baan hebben, én het feit dat een redelijk gesprek zelden nog te voeren is op zo’n moment. Het is dan eigenlijk al te laat. De stellingen zijn betrokken en er is alleen nog maar ‘zij’ en geen wij meer. Het valt niet mee om in dat verbale geweld je eigen afweging te blijven maken als raadslid of bestuurder en je standpunten met achterliggende gedachte voor het voetlicht te brengen. Er luistert namelijk niemand meer. En waarschijnlijk voelt het aan de ‘andere’ kant precies zo. Geen gesprek mee te voeren met die mensen, ze horen alleen maar zichzelf en hun eigen argumenten.
De kunst is dus eerder met elkaar te komen tot een verkenning van standpunten, voordat de stellingen betrokken zijn. Daarvoor is wederzijdse kennis en respect voor de rollen die je hebt van belang. Als college hebben we bijvoorbeeld nauwelijks een rol in de momenteel ontwikkelde bouwprojecten waartegen ‘verzet’ wordt georganiseerd. De projectontwikkelaars zijn in de lead en organiseren zelf de samenspraak. Zo is dat in Veldhoven door de Raad besloten vooruitlopend op de Omgevingswet, waarin dit wettelijk wordt verankerd. Als College mogen we slechts toetsen aan geldende regels die door de raad eerder zijn vastgesteld, via het zogenaamde principeverzoek. De verantwoordelijkheid voor goedkeuring van dergelijke plannen ligt bij de raad. De raad mag, nee moet, de afweging maken tussen de individuele belangen van inwoners en het algemeen belang voor Veldhoven. Zover is het voor veel van de plannen nog lang niet, maar toch lopen de gemoederen al hoog op en probeert men een ander proces af te dwingen door coalitie en college als ‘de vijand’ af te schilderen.
Inwoners krijgen -ten onrechte- het beeld dat de plannen in kannen en kruiken zijn en voelen zich erdoor overvallen. Soms omdat ze de hele aanloop gemist hebben en er pas laat achter komen wat een plan inhoudt, soms omdat in Coronatijd samen overleggen gewoon moeilijk is.
Ik constateer dat er inderdaad een kloof is: een kenniskloof. Het is onduidelijk wie waarover besluit en daardoor worden allerlei aannames gedaan die niet stroken met de werkelijkheid. Op die momenten lijkt politiek soms ver van de mensen af te staan. We zijn vanuit de politiek onvoldoende in staat gebleken mensen mee te nemen in de ontwikkelingen die plaats hebben. Zeven jaar wethouderschap heeft me echter geleerd begrip te krijgen voor de positie waarin lokale overheden zich bevinden, sommige dingen moeten gewoon wettelijk, soms is er een overstijgend belang dat zwaarder weegt. Dat zouden we als lokale overheid veel meer mogen en moeten delen met elkaar. Maar soms staan mensen zelf ook te ver van de politiek af en weegt het eigen belang zo zwaar, dat welk inspraakproces dan ook aan de ingenomen standpunten niks veranderd zou hebben.
Dat moeten we in Veldhoven toch beter kunnen? Ik ben ervan overtuigd dat het merendeel van de raadsleden met een ideële doelstelling de raad in is gegaan. We willen als politici allemaal iets betekenen waar Veldhoven beter van wordt. En dat geldt ook voor de ambtenaren die echt gedreven zijn als het gaat om het maatschappelijk belang. Laten we eens beginnen dat samen te doen. Geen gescheld via social media, maar in gesprek gaan met elkaar. Geen stellingen betrekken maar eerst eens luisteren, niet direct insprekers naar de mond praten, maar eerlijk vertellen welke afweging er óók gemaakt moet worden vanuit de raad en vooral mensen goede informatie geven. Het vuurtje opstoken is niet zo moeilijk. Maar zoals iedereen weet: een heidebrand, laat zich niet gemakkelijk blussen. Ik roep alle raadleden op én de grote zwijgende meerderheid van Veldhovenaren om hier sámen de schouders onder te zetten. Bemoei u met de politiek, want het gaat er om úw leefomgeving, úw zorg en úw ontspanningsmogelijkheden. Laten we een gemeente zijn waar niet het recht van de hardste schreeuwer geldt.
Deze week stuurde een inwoner mij een mail met daarin de tekst van een kersttoespraak die hij recent hield. De woorden zijn te mooi om bij me te houden:
“Het woord saamhorigheid betekent het samen zijn van mensen, het zich met elkaar verbonden voelen en de behoefte hebben om gezamenlijk een doel te bereiken. Niet altijd gaat dat vanzelfsprekend. Af en toe wordt de saamhorigheid doorbroken vanuit de veronderstelling dat een individuele weg beter zou kunnen zijn. Dit zou echter gaan leiden tot afbrokkeling van het geheel en kan dus nooit getolereerd worden.”
Daar ben ik het hardgrondig mee eens: het is van belang dat we het in Veldhoven sámen blijven doen. En als u dit leest en u heeft een mening over mij, mijn standpunten of de manier waarop ik mijn werk doe: prima, laten we dan in gesprek gaan en kijken of we naar elkaar kunnen luisteren. Daar maak ik graag een afspraak voor, óók -of misschien wel juist- als u het niet met me eens bent.
Mariënne van Dongen
Wethouder GBV